Eindrapportage DNA-Succesmeter

Report

DNA-onderzoek is één van de belangrijkste vormen van forensisch onderzoek ten behoeve van opsporing, bewijsvoering en vervolging van strafbare feiten. De juiste herkenning, selectie en bemonstering van sporen(dragers) voor DNA-onderzoek vanaf een plaats delict, slachtoffer of verdachte is cruciaal bij het reconstrueren en oplossen van strafbare feiten.

In de door de 'Expertgroep Forensisch onderzoek en innovatie' opgestelde driejaarlijkse signalering van november 2016 wordt aangegeven dat de verhouding vraag/aanbod op DNAanalyse gebied door alle betrokkenen in de strafrechtketen consequent genoemd wordt als één van de grote knelpunten. Met een schaarse capaciteit is het wenselijk om zoveel mogelijk de meest relevante en kansrijke DNA-sporen die een bijdrage leveren in de opsporingsfase, of aan de reconstructie van de strafrechtelijke gebeurtenis, in te sturen zodat de strafrechtsketen optimaal gebruikt maakt van de mogelijkheden besloten in DNA-bewijs. Anderzijds, indien de enige voor handen zijnde delict gerelateerde sporen een lage kansrijkheid kennen is het ook van belang om dit voldoende te onderkennen en hiervoor een passende (vaak duurdere) DNA-techniek te selecteren.

Gelet op het belang van DNA-sporen in de opsporing en vervolging, zou men dan ook verwachten dat beslissingen rondom de herkenning, selectie en het veiligstellen van deze sporen objectief onderbouwd en expliciet worden genomen. Echter tot op heden wordt deze selectie binnen de strafrechtsketen gemaakt op basis van persoonlijke, subjectieve, en mogelijke achterhaalde, kennis en ervaring. Op dit moment is er voor geen enkel van de partijen in de uitvoering van forensisch onderzoek collectief inzicht beschikbaar in de resultaten van DNA-onderzoek binnen strafrechtelijke onderzoeken in Nederland. Kijkend naar de uitvoeringspraktijk zijn er diverse vraagstukken die spelen bij forensisch onderzoekers. Bijvoorbeeld welke sporendragers of bemonsteringen zijn het meest geschikt en relevant voor een DNA-analyse? Waar kunnen dadersporen worden verwacht? Welke sporendragers worden het meest veiliggesteld? Hoe en waar kan men het beste bemonsteren? Welk type DNA-onderzoek kan het beste worden aangevraagd? Dergelijke vragen staan aan de basis van belangrijke beslismomenten bij de start van een opsporingsonderzoek, bij de interpretatie van de geanalyseerde sporen en bij een gedegen bewijsvoering. De gebruikte registratiesystemen binnen de politie en het NFI, bieden niet tot nauwelijks informatie aan de gebruiker die kunnen bijdragen aan het beantwoorden van bovenstaande vragen.

Eerdere onderzoeken hebben ook aangetoond dat er niet optimaal gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden van DNA-onderzoek1 dit terwijl, de DNA-onderzoekscapaciteit schaars is.

Referentie Zuidberg, M. C., Schreuders, L. C., Tops, H. C., & Mapes, A. (2018). Eindrapportage DNA-Succesmeter.
21 december 2018

Publicatiedatum

dec 2018

Auteur(s)

M.C. Zuidberg
L.C. Schreuders
H.C. Tops
A. Mapes

Publicaties:

Research database