Sports Leadership programme

‘Veel mensen zijn bang voor finance, dat is totaal onnodig'

Prof. dr. Dennis Vink, kerndocent van de module Sports & Governance

18 Nov 2022 16:52 | Faculty Sports and Nutrition

Wie zijn de kerndocenten van het Sports Leadership Programme? En wat zijn hun idealen in de sport? In een serie kennismakingsinterviews stellen we ze voor. Vandaag: Dennis Vink, hoogleraar Finance & Investment aan de Nyenrode Business Universiteit en lid van de commissie Financiering voor de Nederlandse Sportraad. ‘Een begroting op een bierviltje, dat gaat tegenwoordig niet meer.’

In het kort

Naam: Dennis Vink
Functie: Hoogleraar Finance & Investment Nyenrode Business Universiteit
Thuissituatie: hockeyt graag met zijn 2 dochters
Bij het SLP sinds: de oprichting

Dennis Vink, hoogleraar Finance & Investment

Wat betekent sport voor je?

‘Ik verbind sporten met competitieverband. Alleen of met een groep mensen je best doen om bepaalde doelen bereiken. Daar heel hard voor werken. Ik vind het mooi dat lief en leed gedeeld wordt in een wedstrijd en dat je probeert te winnen. Dat daar tactiek en doorzettingsvermogen bij komt kijken. Maar het is niet alleen winnen, omgaan met verlies is ook een mooi onderdeel van sport.’

Hoe kwam je in de sportwereld terecht?

‘Tot mijn 21e zat ik bij de Nederlandse karateselectie. Dat was 3, 4 keer in de week trainen. Later ben ik vanwege mijn financieringsachtergrond gevraagd om deel te nemen aan de wetenschapscommissie van de Nederlandse Sportraad. Ik ben betrokken bij de commissie Organisatie en Financiering van de Nederlandse sport en topsport. Daarnaast begeleid, doceer en adviseer ik op het gebied van financiële huishouding in de sport. Dat doe ik voor bedrijven, organisaties, zowel in de publieke als private sector.

Ik krijg een flink aantal businesscases per jaar over sportverenigingen op mijn bureau. Bijvoorbeeld of ze kunnen uitbreiden of niet, of ze geld moeten lenen bij een gemeente of niet. Maar ik ben ook bezig om een programma op te tuigen voor de RvC’s en bestuurders voor topvoetbalclubs. Wat ik mooi vind aan de sportsector is dat er nog heel veel te winnen valt. Er is veel emotie bij betrokken in vergelijking met andere sectoren. Terwijl: finance is in principe rationeel. Die vertaalslag maken is iets waar de sport heel veel aan heeft. Tegelijkertijd vind ik het mooi om betrokken te zijn bij de sport, omdat je een gezamenlijk doel hebt om iets te winnen. Er staat iets op het spel. Dat is interessant.’

Ik probeer mensen in de sport te helpen om beter met hun financiën om te gaan. Dat is mijn streven.

Waar zit die urgentie om bij het SLP betrokken te zijn?

‘Ik probeer mensen in de sport in het algemeen – bestuurders, managers, medewerkers – te helpen om beter met hun financiën om te gaan. Dat is mijn streven. Het is een heel lastige wereld voor veel mensen en ik probeer dat in hapklare brokken uit te leggen. Want zo moeilijk is het in de kern niet. En met een sportmentaliteit, dus met doorzettingsvermogen, kom je heel ver. Dus kan ik ze leren om een businesscase op te stellen, een jaarrekening te lezen, goed te kijken naar investeringsvoorstellen, in gesprek te gaan met financiers, bestuurders en aandeelhouders. Dat soort vragen en onderwerpen neem ik met ze door.

Stel: je bent lid van de raad van commissarissen van een voetbalclub, maar je hebt weinig verstand van financiën. Nou, dan heb je wel wat te winnen bij mijn colleges. Na meer dan 20 jaar ervaring op dit vakgebied kan ik best zeggen dat de algemene kennis van financiën zeer beperkt aanwezig is. Maar het is ontzettend belangrijk om te weten en iedereen kan er snel iets van opsteken.’

De weg van iets niet begrijpen naar iets snappen en kunnen. Dat geeft voldoening voor iedereen, ook voor mij.

Is dit ook in grote lijnen hoe de module Sports & Governance er in het SLP uitziet?

‘Ik vind een toegepaste financiële analyse erg belangrijk. Met als doel om erover in gesprek te kunnen gaan met specialisten die er verstand van hebben, zoals de accountant of een CFO binnen je organisatie. Het moet ook echt duidelijk worden dat je zelf verantwoordelijk bent voor het gevoerde financiële beleid. Dat je mee kan praten over cijfers, begrotingen, investeringen, en dat je dat niet alleen overlaat aan anderen binnen je organisatie. In de module pakken we ook voorbeelden uit de praktijk. Een grote voetbalclub als FC Barcelona. Dan kijken we naar wat er speelt op het gebied van governance en financiën. Hoe kan het dat deze club financieel zo zwaar onder druk staat maar toch spelers koopt? Maar we nemen ook NOC*NSF onder de loep, een totaal andere organisatie binnen de sport. Ik reik financiële tools aan om daarmee aan de slag te gaan. En daar wordt enthousiast op gereageerd.

Deelnemers zijn over het algemeen heel bang voor finance. Daar zijn ze ook eerlijk in. Hun verwachtingen zijn nul. Ze zitten er wel, ze weten dat ze het moeten doen, maar ze verwachten er niks van en denken dat het ontzettend saai wordt. Die opmerkingen krijg ik altijd. Maar na een college is de stemming totaal anders. Dat komt door de voorbeelden, maar vooral door het onder de knie krijgen van de basisprincipes. De weg van iets niet begrijpen naar iets snappen en kunnen. Dat geeft voldoening voor iedereen, ook voor mij.’

Speelt de actualiteit een rol in je colleges?

‘Als die zich ervoor leent, zeker. Neem het verhaal van Ajax nu, dat is een prachtig voorbeeld over corporate governance, en vooral hoe het niet moet. Als het gaat over geld en de Raad van Commissarissen, dan heeft de RvC een toezichthoudende rol. Je moet nooit op de stoel van de bestuurder gaan zitten. Dat leren we ook in andere bedrijfstakken. Het is heel raar dat zoiets bij Ajax gebeurt, maar dat speelt daar al veel langer.

Sportjournalisten nemen het maar voor gesneden koek dat eerst alle transfers van boven de miljoen voorgelegd moeten worden aan de RvC. Dat dit een gangbare manier is. Terwijl: dat is grote onzin. En dat die cultuur ontstaan is, is heel slecht. Dat de slotdag van de afgelopen transferperiode voor Ajax zo tumultueus en chaotisch is verlopen, is hier een gevolg van. Dat kan ik later in mijn colleges gebruiken. Dan gaat het er met name over wat een gezonde corporate governance hoort te zijn.’

Risico’s proberen te voorkomen. Verantwoordelijkheid afleggen. Dat is ook duurzaamheid.

Welke verschuivingen zie je in de sport op het gebied van governance & finance?

‘Het is steeds belangrijker om zuiver te werken. Meer in controle zijn, de uitwassen vermijden. En dan worden je financiën steeds belangrijker. Je merkt dat stakeholders veel meer vragen om financiële verantwoording, bijvoorbeeld omdat men het heeft over duurzaamheid. Dat is niet alleen schoner bezig zijn, maar ook financieel neutraler te werk gaan. Risico’s proberen te voorkomen. Verantwoordelijkheid afleggen. Dat is ook duurzaamheid. Die ontwikkeling heeft te maken met de professionalisering van stakeholders, van de financiers, van bestuurders. Maar ook met de maatschappelijke verantwoording die men moet afleggen. Een begroting op een bierviltje, dat gaat tegenwoordig niet meer. Je moet het kunnen verantwoorden.

Ik zie ook verandering in deelnemers die ik lesgeef of begeleid. Hoewel de meeste mensen over het algemeen weinig van financiën weten, groeit het aantal deelnemers met financiële basiskennis wel. Het zegt ook iets over de maatschappij. Men verwacht meer verantwoordelijkheid in alle lagen. Niet alleen in financiering, maar ook in strategische keuzes, hoe je omgaat met mensen en middelen. Dat is iets van de laatste paar jaar.’

Sport kent een grote uitdaging richting de toekomst.

Hoe zie je de toekomst op dit vlak voor je?

‘Dat zijn vraagstukken waar we ons in de commissie voor de Nederlandse Sportraad natuurlijk ook over buigen. Sport kent een grote uitdaging richting de toekomst. Kijk naar cryptofinanciering, kansspelfinanciering. Persoonlijk vind ik dat helemaal niets met sport te maken hebben. Ik hoop dat sport uiteindelijk schoon wordt gefinancierd. Ik verwacht ook dat we daar naartoe gaan, omdat de maatschappij dat gaat eisen. Dat zie ik ook in andere bedrijfstakken. Daar kan de sport nog het meeste van leren. Niet kijken naar je collega’s en concurrenten, maar naar andere bedrijfstakken. De investeringssector is bijvoorbeeld al heel erg bezig met duurzaamheid, met sustainable development goals. Dan volgt de sportsector op korte of lange termijn vanzelf, omdat dat gevraagd zal worden. Dat is een hele belangrijke ontwikkeling.’